Volwassen idealisme en de internationale traditie van de PvdA

Ik neem u mee naar Oost-Congo, naar de prachtige mistige vlaktes van de hauts-plateaux. Daar ontmoette ik verleden jaar Faida Mbanguhe.

Faida is 52 en moeder van 11 kinderen. Samen met haar man bewerkte ze een stukje land achter hun huis. Tot die nacht in september 2009. Toen schopte een groep mannen de houten deur van haar huisje in. Ze roofden kleren, pannen, eten, en ze schreeuwden: “Dollars! We moeten dollars!”

Geld hadden Faida en haar man nauwelijks en dollars al helemaal niet. Het echtpaar werd vastgebonden. De kinderen zagen hoe hun vader zijn ballen kreeg afgesneden en doodbloedde. Ze zagen hoe vier mannen in uniform hun moeder bij het touw om de polsen vastpakten en haar, alsof ze een paard bereden, een voor een verkrachtten.

Iedereen moest kijken. Sindsdien wendt Faida van iedereen haar ogen af.

Ik ontmoette haar een half jaar later in het Panzi ziekenhuis in Bukavu. Ze was er geopereerd aan de wonden die de rebellen van onder hadden gemaakt. Na de operatie kan Faida leven zonder letterlijk de sporen van verkrachting achter zich aan te trekken. De ingreep is betaald met geld uit Nederland.

Ik sta hier voor een partij met een rijke traditie in internationale solidariteit. Mensen als Faida, de verworpenen der aarde, de verdoemde in hongers sfeer, zij kunnen al dik honderd jaar rekenen op de compassie en steun van Nederlandse sociaal-democraten.

Die traditie van internationalisme draagt namen om trots op te zijn: Marinus van der Goes van Naters, Max van der Stoel, Maarten van Traa, Jan Pronk. Met hen geloofden wij allemaal dat vrijheid en een zekere mate van welvaart voor de meesten op aarde haalbaar is.

Die rijke traditie heeft wat averij opgelopen. Armoedebestrijding heeft onvoldoende armoede bestreden. In 2011 moeten 1,4 miljard mensen net als Faida rondkomen van minder dan 2 dollar per dag. Democratie werd meer gevierd dan begrepen – met wrede gevolgen voor Rwanda en Irak, om de ergste voorbeelden te noemen.

Soms schoot niet alleen kennis, maar ook moed tekort. Neem Srebrenica. Met als beste motief: ‘We móeten toch iets doen’, stuurde een PvdA-minister een Nederlands contingent. Zonder de juiste bewapening. Zonder de juiste houding.

Als ik politicus was geworden, dan was het hierom geweest:  Onze Hollandse jongens veilig aangekomen in een kamp, een blikje Heineken in de hand hossend met de kroonprins. Ik zat voor de tv en huilde. Van schaamte. En van angst, omdat ik kon vermoeden wat honderden kilometers verderop gebeurde.

Minder lang geleden gingen we om de verkeerde redenen naar Uruzgan (We zouden daar gaan opbouwen. Het was oorlog). Vervolgens trokken we ons om de verkeerde redenen terug (Wij hebben onze bijdrage geleverd. Maar oorlogvoeren doe je niet met een eierwekker ernaast.)

Met het onwankelbare geloof in ontwikkelingshulp is het gedaan. Bovendien lijkt een groot deel van de Nederlanders te vinden dat de Slaafgeboornen hun ellende deels aan zichzelf te danken hebben. Voor veel Nederlanders hoeft het buitenland ook niet meer zo nodig. Over de dag dat CDA-VVD en PVV gingen onderhandelen over een kabinet en de NLse troepen zich terugtrokken uit Uruzgan, schreef Arie Elshout in de Volkskrant: “Nederland sluit zich als een oester.”

Nergens wringt dat zo zeer als in de partij die in de jaren tachtig een centrum was van internationale kennis en netwerken. Elsevier beschreef dat laatst mooi: hoe Willy Brandt en Helmut Schmitt naar PvdA-congressen kwamen om hun ideeën te scherpen.

Nederland sluit zich als een oester en dat wordt ook de PvdA aangerekend. Uruzgan en Kunduz hebben de PvdA in de hoek gezet waar principes het afleggen tegen populistische reflexen. Idealisme is geruild voor een bord linzen. Dat kan anders. Laat Faida in Congo symbool zijn voor die 1,4 miljard die niet met een zilveren lepel in de mond zijn geboren. Om haar te helpen hebben we vijf dingen nodig.

1.    Een uitstekend begrip van wat er aan de hand is: wie zijn die mannen die Faida ‘Interahamwe’ noemt? Welke motieven hebben die Rwandese rebellen om Congolese burgers te overvallen en vrouwen te vernederen en te verminken?

2.    We hebben een coherent verhaal nodig: we moeten snappen hoe de verkrachting van Faida samenhangt met de politiek van buurland Rwanda. We moeten snappen welke gevolgen onze interventies hebben op het machtsevenwicht in het Grote Merengebied.

3.    We moeten realistische verwachtingen hebben over wat wij als NL of Europa kunnen doen.

4.    We hebben een heldere strategie nodig waarin kennis, ervaring, realisme en coherentie samenkomen.

5.    Tot slot: moed. Moed is onontbeerlijk. Zoals Max van der Stoel en Ed van Tijn in de jaren tachtig de verboden PLO bezochten, ze tegelijkertijd Israël bewerkten en zo het voorwerk deden voor de Oslo-akkoorden. Nu is dat de moed om soms populisme te weerstaan. De moed om een complex verhaal te vertellen. De moed om niet mee te doen met gemakkelijke Kamervragen naar aanleiding van een krantenartikel, zo van: Mevrouw Luyten schrijft in NRC dat me dit en me dat, heeft u, minister daar weet van? Tenslotte gat het om de moed om niet vrijblijvend te zijn.

Dit schetst de contouren van internationale solidariteit in nieuwe vorm: realistisch, pragmatisch, coherent én niet vrijblijvend. Dát is een volwassen idealisme.

Dat is nou niet bepaald gemakkelijker geworden. Schema’s van goed en fout zijn minder duidelijk dan in de dagen dat Harry van den Bergh en Bram Stemerdink het internationalisme belichaamden. Kijk naar het dilemma waar Barack Obama deze dagen mee worstelt: democratie is een mooi ding. Maar wil hij vrije verkiezingen in het Midden Oosten als 70% van de bevolking meent dat de VS de grootste vijand is?

In dat ingewikkelde krachtenveld kan de PvdA meer betekenen voor Faida en haar lotgenoten dan ze het afgelopen jaar heeft gedaan. In ontwikkelingssamenwerking moeten het opportunisme en de inconsistentie van deze regering onder vuur worden genomen. De regering zegt zich te baseren op het WRR-rapport. Maar dat rapport wordt misbruikt. De WRR zegt dat het streven naar economische ontwikkeling leidend moet zijn. In het beleid is dat vertaald als: de weg vrij voor de BV Nederland. De WRR pleit voor betere selectie en concentratie van onze middelen. De regering snijdt lukraak in de lijst landen waarmee een langdurige hulprelatie wordt onderhouden. Maar als ‘Veiligheid’, ‘Fragiele staten’ en ‘Grote Merengebied’ focuspunten zijn, hoe kun je dan de hulprelatie met Congo beëindigen? Zodra de ambassade in Kinshasa dichtgaat, is de deur naar de politiek van het Grote MerenGebied ook gesloten.

Het is goed dat MFO’s hulp blijven geven aan Faida en de andere slachtoffers. Zo kan Faida na een volgende verkrachting opnieuw de wand tussen schede en blaas laten repareren – ik heb ze gezien, in Panzi ziekenhuis, de vrouwen die voor de tweede keer waren stukgescheurd. Zonder politieke oplossing zal er voor Faida nooit veiligheid zijn.

Wat ik u vanmiddag wil meegeven is inspiratie. En voor die inspiratie ligt er een prachtig pamflet. Het is geschreven door de 94-jarige Fransman Stéphane Hessel. Zijn pamflet heet Indignez-Vous: Wees Verontwaardigd! Hessel roept op tot verzet. Verzet tegen onrecht en onrechtvaardigheid, en dat verzet maakt volgens hem creatieve krachten los. Zijn flinterdunne boekje werd 1 miljoen keer verkocht, want het geeft hoop en engagement. Hessel schreef de nieuwe Internationale en Frankrijk loopt met hem weg. Waarschijnlijk hielp Indignez-vous Frankrijk voorop te gaan in de strijd tegen Kadhafi.

De PvdA staat in een prachtige traditie. Koester haar. Werk aan een volwassen idealisme. En maak u boos.

**

Column uitgesproken opde Politieke Ledenraad van de PvdA, 26 maart 2011

Lees het verhaal van vrouwen als Faida in het Panzi ziekenhuis in Bukavu

Lees Oorlog tegen vrouwen over het onbegrepen geweld in Oost-Congo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *