Leer eerst de realiteit van Afrika, Volkskrant 20 oktober 2010

Welk kabinet wilde ontwikkelingssamenwerking niet hervormen? Na Jan Pronk moest het roer steeds om: begrotingssteun voor goed bestuur (Herfkens), versterken maatschappelijk middenveld (Van Ardenne) en de ‘ontwikkelingsindustrie op de schop’ (Koenders).

Onder regie van staatssecretaris Ben Knapen moet de hulp “fundamenteel herzien en gemoderniseerd”. Het doel is “zelfredzaamheid” in ontwikkelingslanden door “van hulp naar investeren” te gaan. En, voorspelbaar, de effectiviteit moet omhoog.

Daar staat het belangrijkste woord uit dit deel van het regeerakkoord: effectiviteit. Hoe effectief de hulp zal zijn, hangt helemaal af van de uitvoering.

Maar uitvoering is taai en niet erg sexy. Liever richten politici en beleidsmakers zich op ideeën. Je kunt de grachten dempen met alle paradigma’s om Afrika erbovenop te helpen: het moet via de staat, het moet via de civil society, het moet via de markt, het moet via millenniumdoelen of via capaciteitsopbouw, het moet via investeringen, via financiële diensten, oftewel ‘inclusive finance for development’ (prinses Máxima).

In werkelijkheid loopt veel vast in de rode aarde. Afrika’s realiteit is weerbarstig. Bouw een weg voor 20 jaar en na 5 jaar is-ie gatenkaas. Politieke systemen mogen lijken op een parlementaire democratie, de macht gehoorzaamt de wetten van de patronage. Waar wij witten onder zwarte armen solidariteit veronderstellen, heerst in werkelijkheid veel achterdocht en jaloezie. Grote kans dat de gebruiker van een Blackberry in hekserij gelooft. Met andere woorden, arme Afrikaanse samenlevingen draaien op een ander besturingssysteem. Een goed idee in Den Haag is waardeloos, soms zelfs schadelijk voor Afrika. Ontwikkeling is werk in uitvoering.

De hervorming van ontwikkelingssamenwerking wordt nu geënt op het uitstekende WRR-rapport “Minder pretentie, meer ambitie”. Dit rapport wijst de goede richting. Maar zonder doorleefde kennis van Afrikaanse samenlevingen komt je nergens. Dan wordt ook met een mooi rapport in de hand geen meter vooruitgang geboekt. Drie tips voor de nieuwe staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking:

1.     Ga een maand onder een mangoboom zitten

De grote mangoboom is in Afrika het hart van de gemeenschap. Daar is het palaver, daar worden liefde en lijden besproken. Uiteindelijk valt of staat Afrika’s ontwikkeling met de overtuigingen en praktijken van het dorp. (Zie ook Est-ce que l’Afrique a besoin d’un program d’ajustement culturel?) Vergeet een maand de papierwinkel die het ministerie is. Zonder begrip van binnenuit wordt het moeilijk om succes te boeken. Het gaat om wat Yale-hoogleraar James Scott metis noemt; door ervaring gegroeide en moeilijk overdraagbare ervaringskennis van hoe systemen werken. Over Azië heeft u die kennis zelf vergaard. Voor wat Afrika betreft, moet u eerst ervaren wat u niet begrijpt. Vervolgens kunt u zoeken naar mensen met de juiste kennis en ervaring. Let op. Denk niet: die kennis heeft het ministerie wel in huis. Veel diplomaten slagen erin jaren in Afrika te wonen zonder dat ze Afrika goed snappen. Omdat ze nooit onder die boom zijn gaan zitten.

2.  Verlies uzelf niet in sexy nieuwe modewoorden

Herfkens had governance, Koenders failed states. Dergelijke buzzwords leiden de aandacht af van waar het echt om gaat: het vermijden van de perverse effecten die onze hulp vaak heeft. Succes wordt geboekt door fouten te maken, daar vervolgens snel van te leren en de uitvoering bij te stellen. Daarvoor moet je wel bovenop die uitvoering zitten. Kritisch evalueren is de alledaagse praktijk van succesvolle hulp; zowel op de rode aarde als op het ministerie.

3.  Benoem goeie mensen. Volg het credo van gezaghebbende managementboeken als Good to Great: Eerst wie dan wat. Een verbetering van de hulp is geen kwestie van geld maar van kwaliteit. Zet op cruciale plekken goeie mensen neer. Lever desnoods bij premier Rutte 50 miljoen extra in, en beding 100 goeie nieuwe mensen van buiten.

4.  Verlustig u niet aan de markt

Het belangrijke inzicht dat de markt efficiënte mechanismen genereert en dat investeringen de weg naar ontwikkeling wijzen, mag niet leiden tot de mantra dat ‘de markt’ Afrika zal redden. Evenmin moet ontwikkelingshulp worden uitgeleverd aan het Nederlandse bedrijfsleven. Economische groei leidt in Afrika niet automatisch tot breedgedragen ontwikkeling. Hier ontstaat juist een rauw soort kapitalisme waar Marx zijn vingers bij zou aflikken. Rijken worden rijker, armen raken hopeloos achterop. In dat andere besturingssysteem werkt de klassieke trickle down niet. Ik zag in Oeganda prachtige voorbeelden waarin het goeie van hulp (gunstige voorwaarden, coaching) samengaan met de disciplinerende werking van zakelijke arrangementen. Op dat snijvlak zag ik de grootste vooruitgang.

**

Over de perverse effecten van Nederlandse hulp lees: Gratis onderwijs en gezondheidszorg zijn slecht voor Oeganda, NRC Handelsblad 21 maart 2009

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *