Loze gebaren in Oeganda, VN 1 sept 2007

Begin november reizen alle staatshoofden van het Britse Gemenebest naar Oeganda voor de Commonwealth Heads Of Government Meeting (CHOGM). President Yoweri Museveni is de gastheer. Na de oorlog in het noorden van zijn land twintig jaar te hebben ontkend, heeft hij nu ineens haast om de vluchtelingen naar huis te helpen. Het zal niet gebeuren dat The Queen vraagt of ze die mensonterende vluchtelingenkampen mag zien.

In het noorden van Oeganda, op een uurtje rijden van Soedan, zitten onder een mangoboom vijftig Acholi-vrouwen in het gras. Ze wonen een kilometer verderop, in het vluchtelingenkamp Oryang waar alles de kleur heeft van modder in de zon – de hutten, de mensen en wat ze nog aan kleren aanhebben, hun haar, hun huid, het is geelbruingrijs. Een Acholi, een Oegandees die behoort tot de stam die vroeger goed af was, lost op in deze omgeving. Niet alleen omdat alles aan hem in schutkleur is. Een man was een man door wat hij had aan land en koeien. Na twintig jaar oorlog heeft hij geen van beide meer. In het kamp vullen de mannen het gebrek aan waardigheid op met sorghumbier.

De vijftig vrouwen zitten in het vette gras van Acholiland, niet ver van het stadje Kit­gum. De meesten hebben de hakschop nog in de handen. Sinds kort mogen ze overdag het kamp uit om dit veldje te bewerken, en dat stemt ze vrolijk – ze zingen en swingen ons tegemoet met een arbeidsvreugde die aan socialistische kunst doet denken. Werk op het land lijkt op een normaal leven zoals ze dat hadden voordat ze jaren terug op de vlucht sloegen.

Op de vlucht voor, ja, voor wie precies? Om te beginnen voor het Verzetsleger van de Heer (LRA), het sekteachtige rebellenleger van Joseph Kony dat sinds 1986 Yoweri Muse­ve­ni’s regering in Kampala bestrijdt. Kony wil het land regeren naar de Tien Geboden. Daartoe krijgt hij boodschappen van boven, zegt hij. In eenentwintig jaar ontvoerde hij 37.000 volwassenen en 38.000 kinderen jonger dan vijftien, zo blijkt uit recent onderzoek van twee Amerikaanse universiteiten. De jongens vochten, de meisjes dienden als slaaf – als lastdier, huishoudster en voor de seks.

Als ik de vrouwen in het gras vraag wie er aan Kony een kind is kwijtgeraakt, steken ze bijna allemaal een hand op. Om kinderen van soms pas zeven aan het Verzetsleger te binden, werden die gedwongen tot misdaden zo wreed, dat hun in schaamte en schuld alleen nog de broederschap van andere beulen restte.

Maar de Acholi sloegen ook op de vlucht voor het regeringsleger. In 1996 verordonneerde president Yoweri Museveni alle burgers in Noord-Oeganda om dicht bij elkaar te gaan wonen, in een kamp. Niet alleen de Acholi verlieten hun land, ook Langi, Bunyoro en mensen van verschillende stammen in West Nile – in totaal 1,7 miljoen mensen – trokken naar kampen.

De regering kon het LRA alleen bestrijden, zei Museveni, als duidelijk was wie een rebel was en wie niet. Iedereen die zich buiten de kampen bewoog, zou voor een strijder of sympathisant van Kony worden gehouden. Dan gold een free to shoot. Mensen die na twee dagen nog op hun land scharrelden, zijn inderdaad vanuit de lucht gebombardeerd.

IJzeren platen

Nadat de Oegandese regering en het LRA in augustus 2006 een wapenstilstand sloten, trokken de rebellen zich terug in een wildpark in Congo. Sindsdien voeren beide partijen vredesbesprekingen in Juba, in Zuid-Soedan. Met de eind juni gemaakte afspraak over verzoening, kwamen de onderhandelingen weer een stap verder. Een echt vredesakkoord is er nog niet, maar er zijn geen jongens en meisjes meer ontvoerd. Duizenden kindsoldaten kwamen uit de bush terug.

Dat goede nieuws zette president Yoweri Museveni aan tot grotere voortvarendheid dan de noorderlingen van hem gewend zijn. Museveni kwam in februari hoogstpersoonlijk langs om ze over te halen het kamp te verlaten. Hij voorspelde de berooide Acholi vrede. Als blijk van goede wil zei de president dat hij ze wil helpen. ‘Welvaart is wat jullie nodig hebben. Ik wil dat jullie uit die strooien hutten komen.’ Hij beloofde ze iron sheets. IJzeren platen voor op het dak ten teken dat de vooruitgang is begonnen. Freedom to shoot werd freedom to move.

Maar de vrouwen hier in het veld blijven zitten waar ze zitten. Ze geloven er namelijk helemaal niks van. Niks van de golfplaten en niks van de goede bedoelingen. Ze wantrouwen de ogenschijnlijke vrede. Alle voorgaande keren dat het rustig was, brak telkens opnieuw het geweld los, altijd harder en wreder dan voorheen.

De meerderheid van de ontheemden blijft in de kampen. Wie we ook spreken op drie verschillende locaties, niemand weet wanneer de tocht naar huis zal worden gemaakt. Ze zeggen niet te zullen vertrekken voordat Kony daadwerkelijk de bush uit is.

Graven

In het grootste kamp, Pabbo, niet ver van de regionale hoofdstad Gulu, is het vol en vies. Een familie die vroeger in drie hutten leefde, heeft er nu maar een met een doorsnee van ongeveer drie meter. Gemiddeld aantal (overgebleven) kinderen: zes. Waar de hutten elkaar raken, is de aarde aangeveegd. Daar struikelden we over hoopjes uitstekende stenen die we voor rotsbrokken hielden. Totdat bleek dat het graven zijn. Toen liepen we er met een boog omheen.

Hulpverleners van de Norwegian Refugee Council (NRC), de organisatie die de grootste kampen bestiert, zeggen dat ze de mensen in het kamp ertoe moeten aanzetten latrines te graven. Mensen ontlasten zich liever in het gras. Dat helpt niet bij het bestrijden van de ziekten die per week honderden levens kosten.

Zo’n driehonderd regeringssoldaten bewaken de vijfenveertigduizend ontheemden. Al is het niet alle militairen even ernstig. We staan te praten met een jonge vrouw, als er net een aankomt. Als soldaat is de man een loos gebaar; een lummel met het uniform open en de ogen laveloos. Na de nachtdienst gaan ze het kamp in, legt de bewoonster uit. Ze bezoeken vrouwen en drinken bier, om dan – vrolijk en voldaan – naar hun eigen brits te zoeken.

In het kamp is het behoorlijk onveilig, maar Museveni’s wortel – een ijzeren dakdek – achterna, het kamp uit? Op een enkeling na vertrekt niemand. In Acholiland is nog maar één procent echt terug. Home-home noemen de hulporganisaties dat, om onderscheid te kunnen maken tussen wel weg uit het kamp, maar nog niet thuis.

Ongeveer zeshonderdduizend mensen verblijven nu in satellietkampen. Die liggen dichter bij het eigen land en zijn een half jaar geleden ingericht toen het buiten veiliger werd, maar het sterftecijfer binnen de kampen opliep. Op deze ‘transitiekampen’, decongestion camps of new sites staan de hutten in de strakke formatie van een nieuwbouwwijk. Er is meer licht, lucht en ruimte, wat het mogelijk maakt wat geiten en varkens te houden – geleverd door de vluchtelingenorganisatie met als doel de Acholi terug te helpen naar een normaal leven. Maar ook dit genoegen is dubbelzinnig. Behalve meer ruimte, wat scharrelvee en een paar militairen, is er in de transitiekampen bar weinig. Omdat er geen scholen zijn, laten moeders hun kinderen in het oude kamp achter – en maken ze zich vreselijk zorgen over hun vogelvrije dochters. Seksueel misbruik is in de kampen aan de orde van de dag.

Het gevaar komt van allerlei kanten, bescherming biedt niemand. De vrouwen op het veld vertrouwen Yoweri Museveni nauwelijks meer dan Joseph Kony – reden nummer één om geen gehoor te geven aan de oproep van de president. Hoe wreed ook Kony’s misdaden: die duivel blijft een Acholi. Een oude vrouw die man en zoon verloor, zegt: ‘Kony is een van ons.’

Museveni is dat niet. En dat hebben de Acholi geweten. Door de Britten getrokken landsgrenzen hebben in Oeganda meerdere koninkrijken en tientallen stammen tot elkaar veroordeeld. In Kampala zetelde de machtigste koning, die van de Buganda. De Acholi in het noorden hadden indrukwekkende kudden koeien. Zij waren welvarend omdat ze, gezegend met vruchtbaar land, een grote ijver aan de dag zouden leggen en – in tegenstelling tot de Buganda – elkaar niet om de haverklap bedriegen. Yoweri Museveni is een etnische Banyankole uit het meest zuidelijke deel van het land. Hij kwam in 1986 aan de macht als rebellenleider van de National Resistance Movement, de NRM die tot op de dag van vandaag de dienst uitmaakt. Zoals dat hoort in een samenleving georganiseerd volgens de principes van patronage, worden alle plekken van de macht bezet door mensen aan wie Museveni een gunst is verschuldigd. In ruil daarvoor houden ze hem al eenentwintig jaar in het zadel.

Museveni kwam aan de macht door de Acholi Tito Okello van de troon te stoten. Nu zijn de Acholi geruïneerd, en de vrouwen in het gras houden de president daarvoor verantwoordelijk. Oeganda’s spraakmakende journalist Andrew Mwenda onderschrijft dat de oorlog in het noorden Museveni’s belangen diende. Een lang verhaal kort gemaakt: tussen 1986 en 1992 wilde Joseph Kony Museveni omverwerpen. In zijn strijd steunde het Verzetsleger van de Heer op de Acholi, in plaats van de bevolking aan te vallen. In 1992 lukte het Museveni bijna om Kony te pakken te krijgen. Het LRA was zo goed als verslagen, maar het vond zichzelf opnieuw uit. Het liet zich in 1993 bewapenen door de regering in Khartoem. President Al Bashir trainde Kony’s rebellen uit nijd over het feit dat Museveni het Sudan People’s Liberation Army (SPLA) in Zuid-Soedan steunde. Het LRA veranderde daardoor radicaal, zegt Andrew Mwenda: van een verzetsbeweging in een terroristische organisatie die de lokale bevolking gijzelde. ‘En dat kwam Museveni’s persoonlijke en politieke ambities goed uit.’

Want wanneer Acholi Acholi afslachten, maken die geen aanspraak op de macht in Kampala. En met rebellen gesteund door het islamistische Khartoum in zijn achtertuin, belandde Museveni in ‘het hart van de Amerikaanse buitenlandpolitiek’, wat zijn ijdelheid streelde en de pot spekte. Bill Clinton had het islamitisch terrorisme immers tot vijand verklaard. Een terroristische organisatie van Oegandese bodem gaf Museveni bovendien goede redenen de defensiebegroting op te schroeven: van tweeënveertig miljoen dollar in 1992 naar tweehonderd miljoen in 2004. Daaruit kwamen volgens Mwenda de middelen die de president nodig had om zijn herverkiezing te financieren.

Onbestraft

In Kampala zit achter een glanzend mahoniehouten blad de man die over het Noorden gaat. Musa Ecweru is de charme zelve. Het leed van de vluchtelingen gaat hem aan het hart. Hij vertelt dat hij zesendertig kinderen heeft geadopteerd. Ecweru is minister for Disaster Preparedness and Refugees, maar voorbereid op wat Jan Egeland van de Verenigde Naties ‘de ergste humanitaire crisis ter wereld’ noemde, was Oeganda niet echt. Op de vraag naar het beleid van de regering inzake de vluchtelingen, antwoordt Ecweru plechtig dat ze in 2006 zijn begonnen met een Joint Action Plan. Vervolgens riedelt hij een technocratische hoempapa over donoren, hulporganisaties, commissies en stuurgroepen.

Tweeduizendzes?

Ecweru knikt. De Oegandese regering boog zich pas over de vraag wat te doen met 1,7 miljoen vluchtelingen nadat VN-topman Jan Egeland voorstelde om voor Noord-Oeganda een ‘speciale gezant’ te benoemen. ‘We dachten dat het probleem zich vanzelf zou oplossen.’

Onlangs vergiste de regering zich weer. Toen in augustus 2006 een wapenstilstand werd gesloten, kondigde ze aan dat voor eind december van dat jaar de kampen zouden zijn opgeruimd. ‘We dachten sneller tot een vredesakkoord te komen,’ bekent Musa Ecweru. Dat de onderhandelingen in slakkengang gaan en dat LRA-kopstuk Vincent Otti op de radio dreigt de strijd weer op te pakken, wijt Ecweru aan Kony’s angst voor het Internationale Strafhof (International Criminal Court, ICC).

Daarover lijken alle ontheemden in Acholiland het met de minister eens: het arrestatiebevel dat het ICC in Den Haag uitvaardigde tegen Kony en vier naaste kompanen, houdt de oorlog aan de gang. Als het Strafhof zijn aanklacht intrekt, komt Kony uit zijn schuilplaats, zegt een oude man, de stoppels grijs, de ogen wijs. En pas als de rebellenleider de vluchtelingen belooft dat ‘het’ over is, gaan ze naar huis. Moet Kony dan niet worden bestraft voor zijn misdaden? Twijfel in het gras. Onbestraft, dat kan niet, nee. Maar eigenlijk zijn ze nu in maar één ding geïnteresseerd: vrede. Als ze daar gerechtigheid voor moeten opofferen, het zij zo.

Hoewel het president Museveni was die in 2004 het Internationale Strafhof erbij haalde, vindt intussen ook hij dat het ICC zijn aanklacht moet laten vallen. Vorig jaar verraste hij vriend en vijand met de aankondiging de LRA-leiders gratie te schenken als de vredesonderhandelingen in Juba goed verlopen. In de Oegandese krant The New Vision legt hij zijn volte-face uit: ‘De VN hebben nagelaten Kony te arresteren, terwijl ze wisten waar hij zat. Het is uitgesloten dat wij Kony overdragen nadat hij zelf uit de bush is gekomen.’ Maar Andrew Mwenda veegt die verklaring van tafel. ‘Museveni wil van het ICC af sinds hij weet dat het Strafhof ook onderzoek zal doen naar de misdaden van het regeringsleger.’

De regering en het LRA kwamen 29 juni overeen dat Kony en kompanen zullen terechtstaan voor een Oegandese rechtbank. Over de strafmaat is beslist gesproken maar daarover wordt gezwegen. Wel lijken alle Oegandese partijen – de gekwelde Acholi inbegrepen – uit op verzoening. Nu het ICC vasthoudt aan bestraffing van misdaden tegen de menselijkheid, wordt het Strafhof de kwaaie pier.

Instrument

Na twintig jaar ontkenning van de oorlog in het noorden, heeft Museveni ineens haast om de vluchtelingen naar huis te helpen. Opnieuw lijken de Acholi een instrument ten dienste van de hogere belangen van een president. Yoweri Museveni telt namelijk de dagen tot zijn finest hour. Begin november 2007 reizen alle staatshoofden van het Britse Gemenebest naar Oeganda voor hun tweejaarlijkse ontmoeting, de Commonwealth Heads Of Government Meeting (CHOGM). Museveni is de gastheer die koningin Elizabeth en eenenvijftig andere staatshoofden zal ontvangen.

De vijf letters CHOGM beheersen het publieke en politieke leven. Een pracht van een hotel verrijst aan het Victoriameer. Beautification van Kampala is een staatszaak waarvan in de krant verslag wordt gedaan. De kraters in de wegen zijn opgevuld. Langs de doorgangsroute krijgen de muren een kleurtje met mooie boodschappen erop: Power is to the People. Your vote is your power. Use it wisely.

Voor Museveni’s glorie moet het land aan kant. Geen overheidsdienaar die het wil bevestigen, maar iedere Oeganda-watcher zegt het: de vluchtelingenkampen in het noorden moeten voor de CHOGM zijn opgeruimd. ?Het zal niet gebeuren dat The Queen vraagt of ze die mensonterende vluchtelingen­kampen mag zien.

Het is in dat licht dat journalist Andrew Mwenda weinig hoopvol is over de vredesbesprekingen in Juba. ‘Museveni houdt het vredesoverleg tot de CHOGM aan de gang. Daarna kan het noorden hem gestolen worden.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *