Wel hulp, geen vluchtelingen, Parool, 21-01-2002

GOMA – Het gegrom van de aarde gaat de bevingen vooruit. Dan volgt, telkens weer, een kort en heftig trillen. Zware aardschokken treffen in de nacht van zondag op vandaag het gebied rond de vulkaan Nyiragongo. Doodsbang zijn de massaal teruggekomen bewoners, allemaal slapen ze op straat. De Congolezen die donderdag op de vlucht waren geslagen voor de lavastroom van de vulkaan, zijn gisterochtend teruggekeerd naar wat rest van de stad Goma. Zaterdagmiddag werden de aardbevingen minder hevig en leek de kans op een nieuwe vulkaanuitbarsting af te nemen. Vandaar dat de vluchtelingen besloten opnieuw hun biezen te pakken.

Massaal waren ze donderdag het buurland Rwanda binnen getrokken, bijna net zo massaal vertrokken ze twee dagen later. Zondagavond zijn ze in Goma druk bezig onderdak voor de nacht te bouwen. De vulkaanuitbarsting heeft de meesten van hen dakloos gemaakt.

In geïmproviseerde kraampjes worden broodjes, zout en kool verkocht; een vrouw houdt twee kippen bij de poten. Plotseling klinken schoten. Plunderaars, jongens die de golfplaten halen van daken die nog net uitsteken boven de gestolde, nog rokende lava, rennen over de zwarte korst alle kanten als de militairen op hen schieten.

De vluchtelingen hebben de oproep genegeerd van de autoriteiten en hulpverleners om toch vooral naar de twee opvangkampen in de Rwandese heuvels, Nkamira en Mudende, te gaan. Hooguit vierduizend mensen zitten zondagmiddag in het kamp Nkamira. Daar staan tenten, de Verenigde Naties hebben grote tanks met drinkwater neergezet en zorgen voor eten.

Hulpgoederen werden vanaf zaterdagmiddag af- en aangevoerd. Grote vrachtwagens denderen in drie uur van de Rwandese hoofdstad Kigali naar de kampen. Zondag is 38 ton voedsel beschikbaar, genoeg om twintigduizend mensen een week te voeden. Alleen zijn er dan nauwelijks nog vluchtelingen.

En waar de vluchtelingen wél zitten, is geen humanitaire hulp. Die gaat er niet komen ook, zolang de Verenigde Naties Goma te gevaarlijk vinden. De vluchtelingen hadden onder geen beding terug naar Goma mogen gaan, lieten de VN gisteren weten, want het is onzeker of de vulkaan opnieuw kan uitbarsten.

Met opzet kregen de vluchtelingen ook in Gisenyi geen voedselhulp, zegt de prefect van die provincie: ”Anders zouden ze nooit naar de opvangkampen gaan.” De dozen met biscuitjes die zaterdag in Gisenyi aankwamen, blijven in de doos. Maar op een paar duizend na weigeren de mensen uit Goma naar de vluchtelingenkampen twintig kilometer verderop te gaan.

De inwoners van Goma en Congolese hulporganisaties willen dat de noodhulp in Congo wordt verstrekt. Maar de VN sluiten dat uit zolang de aardbevingen voortduren.

Intussen dringt de tijd. Honderdduizenden hebben al dagen geen water gehad. In Goma drinken mensen nu water dat ze omhoogpompen uit het Kivu-meer, terwijl in hetzelfde meer rioleringen uitkomen. Het water is bovendien besmet door de lava die erin is gestroomd. Langdurig gebrek aan schoon drinkwater is na een natuurramp als deze vaak een oorzaak van ziekten. Na de laatste grote uitbarsting van de Nyiragongo, in 1977, brak rond Goma een cholera-epidemie uit.

De weg tussen de vluchtelingenkampen en de grensplaats Gisenyi is zondagmiddag leeg. Dat hier twee dagen eerder honderdduizenden vluchtelingen op en langs de weg tegen de heuvels zaten, is niet meer voor te stellen, temeer daar ze nergens een spoor hebben achtergelaten.

De ontheemden voelen er weinig voor in Rwanda te blijven. ”Ik ben een Zaïrees,” zegt één van de thuiskomers, op een manier alsof daar alles mee is gezegd. Een ander legt uit: ”In Rwanda is het geen leven. De Rwandezen slachten elkaar af en wij Congolezen zijn bang dat we worden aangezien voor Hutu’s.”

De Congolezen voelden zich niet welkom in Gisenyi, de Rwandese grensplaats waar goed nabuurschap ver te zoeken leek. Met de aankomst van de vluchtelingen werden in Gisenyi alle prijzen verveelvoudigd. Wie op een wc wilde plassen, moest daar grof voor betalen.

Maar terug in Congo hebben de vluchtelingen nog steeds niets te eten en te drinken. Jaren leven ze al in een oorlog, vaak was er honger, en nu is hun huis onder de lava verdwenen. ”Dit is een apocalyps. Hebben wij Congolezen niet genoeg geleden?” zegt een man vertwijfeld.

Zaterdagavond is de eruptie van lava gestopt. Of de zware aardbevingen van vannacht een nieuwe uitbarsting hebben opgewekt, is nog onduidelijk.

Hoeveel mensen door de lavastroom zijn gedood, is niet bekend. Veel mensen in Goma zeggen familieleden te missen. Een oude man, zijn donkergrijze pak zit onder stof en gruis, zoekt zijn zeven zonen en vijf dochters. Nee, hij verwacht niet dat ze allemaal zijn gedood, hij hoopt dat hij ze is kwijtgeraakt in de chaos van de vlucht donderdagavond.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *